21.074 inwoners naar het museum
Het blijft een volkse wijsheid. Op reis bezoeken we zijn allen massaal kerken, monumenten en … musea. Op reis. Maar op het thuisfront is het heel wat anders! Hoeveel inwoners van ons dorp zouden in de nabije koekenstad al het Maagdenhuis, het Letterenhuis of het Eugeen Van Mieghem-Museum hebben bezocht? Nochtans drie musea die moeiteloos Europees niveau halen.
Voor wie nu geprikkeld zou zijn om die toch te bezoeken, wat toeristische informatie: Lange Gasthuisstraat 33, Minderbroedersstraat 22 en Ernest Van Dijckkaai 9. Je zult je niet bekocht voelen. Maar het is niet onze bedoeling om hier verder een toeristische folder van Antwerpen vol te schrijven. Dat doen ze beter in Antwerpen zelf.
|
Museum voor Heem- en Oudheikunde, Sint-Jansplein. Een kijkje bij de afdeling Archeologie (Gallo-Romeinen) |
Neen, we willen het dichter bij huis houden, namelijk in ons eigen dorp. En even de schijnwerpers op ons eigen museum richten: het Museum voor Heem- en Oudheidkunde in De Brouwerij (het bibliotheeksgebouw) aan het Sint-Jansplein. Bij de meesten onbekend en dus ook onbemind. Een anekdote van enkele jaren terug kan dit verduidelijken.
Toen een Kontichse studente aan de Leuvense universiteit aan haar promotor voorstelde om een masterscriptie over het Kontichse volksleven te maken, vroeg hij of ze het museum al had bezocht. Onze studente viel letterlijk uit de lucht en had geen weet van een museum in ons eigen dorp. En vermoedelijk kan dit gelden voor heel wat mensen uit Kontich en Waarloos.
En nochtans loont het de moeite waard om het museum te bezoeken. Alleen al om de collectie zelf. Op gemeentelijk vlak – dus steden niet meegerekend - bezit Kontich één van de rijkste patrimonia van de Lage Landen. Dat lijkt op grootspraak, maar dat is het absoluut niet.
|
In de afdeling Textiel |
Een viervoudige samenloop van omstandigheden zorgde hiervoor.
Kontich is op archeologisch gebied erg oud, een stuk ouder zelfs dan Antwerpen. En dat heeft een enorme schat aan archeologisch materiaal opgeleverd dat erg ver teruggaat in de tijd.
Daarnaast heeft deken Jozef Van Herck, de stichter-voorzitter van de heemkundige kring, voor een enorme impuls gezorgd door heel wat voorname stukken uit zijn collectie te schenken.
Dan hebben we natuurlijk het bezit dat door acquisitie of schenking in het bezit van de kring kwam, het geldt hier vooral een volksculturele collectie, gaande van volksdevotie over ambachten naar het school- en ontspanningsleven.
En tenslotte hebben we – als klap op de vuurpijl – een afsplitsing van de collectie die via Jozef Van Herck en vooral zijn zus Emilie Van Herck in ons bezit kwam: de merklappen (slideshow met een kleine selectie).
Ook hier overdrijven we niet wanneer we beweren dat deze collectie tot de vijf grootste collecties van Europa (en voor merklappen betekent dat dan ook de wereld) behoort. Vorige maand nog zakte een groep dames uit de Verenigde Staten naar Europa af om onze collectie te komen bewonderen. Een collectie die overigens via schenkingen nog steeds groeit omdat de schenkers weten dat hun kleinood bij ons in goede, veilige handen is.
|
Het eerste Museum voor Heemkunde op de zolder van de Jongensschool |
Maar wat doe je nu met zo’n collectie? Opbergen en bij gelegenheid eens bovenhalen? Dat zou zonde zijn. Neen, sinds het einde de jaren vijftig van de vorige eeuw hebben we de mooiste en belangrijkste zaken in een museum ondergebracht. Dat was niet altijd op de huidige locatie.
Precies zestig jaar geleden in 1959 gingen de deuren van opende het toenmalige Museum voor Heemkunde zijn deuren. Je moest ervoor naar de ruime zolder van de toenmalige jongensschool (nu A-HA! school). De merklappen waren toen nog niet te zien, die waren veilig opgeborgen in dozen van Margarine Solo. Kun jij je nog de bruine dozen met rode streep herinneren?
Werkzaamheden aan het dak van het gebouw zorgden voor de nodige problemen en een verplichte verhuis. In 1985 werd een deel van de collectie overgebracht naar twee zalen op de eerste verdieping van het oud gemeentehuis. Dat was een tijdelijke oplossing in afwachting van een nieuw museum dat op vele diverse locaties in onze gemeente werd geprojecteerd: in de tuin van de academie, in café De Ploeg of in de tuin van het documentatiecentrum in de Duivenstraat 22. Dat laatste was eigenlijk de testamentaire wens van deken Van Herck.
Maar tenslotte viel de keuze op de lokalen van de vroegere maalderij-brouwerij Hubrix. Van de beloofde vier verdiepingen bleven er uiteindelijk twee over. Het was woekeren met de beschikbare ruimte. Maar uiteindelijk kon onder leiding van conservator Guido Theys in 1999 het museum door toenmalig burgemeester Marus Kempeneers plechtig worden geopend. Op een definitieve locatie met een nieuwe naam: Museum voor Heem- en Oudheidkunde.
|
Een kijkje op de museumzolder van de Jongensschool |
En nu zijn we twintig jaar verder. De vier vermelde afdelingen werden grondig geüpdatet en van meer informatie voorzien, zodat een bezoek echt wel de moeite waard is.
En net daar knelt het schoentje! Hoe krijgen we individuele bezoekers in ons museum? Af en toe komen er (ook buitenlandse) groepen en elke lagere school van het dorp stuurt jaarlijks haar klasjes, meestal het vijfde leerjaar, tot grote tevredenheid van de kinderen.
Maar verder is het soms eenzaam voor de suppoosten tijdens de wekelijkse openingsuren op zondag. Het valt natuurlijk moeilijk in te schatten, omdat we – zoals tegenwoordig in vele musea gebeurt – niet naar de herkomst van de bezoekers vragen, maar we weten zeker dat minder dan vijf procent van de inwoners van Kontich-Waarloos al eens in ons museum is geweest. Dat is minder dan duizend mensen van de meer dan 21.000 inwoners van ons dorp. En daar zouden we graag verandering in brengen. Vandaar onze titel.
|
Museum Sint-Jansplein: Verenigingsleven |
Twintig jaar (en veel meer) vrijwilligerswerk om ons Kontichs patrimonium te borgen. Wij zijn daar best trots op en we willen dat ook graag met jullie delen.
Daarom hopen we dat we jullie een van de volgende zondagen mogen begroeten oin ons museum. We zijn er zeker van, je zult het je niet beklagen. Jij komt toch ook?
Voor de praktische informatie verwijzen we je naar onze website www.museumkontich.be, waar je nog heel wat andere interessante heemkundige en volksculturele informatie zult vinden.
Tekst: Paul Catteeuw. Foto’s: Kring voor Heemkunde.
Uit het Informatieblad van de gemeente Kontich, juli 2019.
En vind HIER de lijst van alle heemkundige "Sprokkels" over Kontich-Waarloos.
|